Siddharta Gautama

Het historische verhaal van de Boeddha begint bij de jonge prins Siddharta Gautama die zo’n 2.500 jaar geleden in Noord India leefde. Volgens de overlevering werd bij zijn geboorte voorspeld dat hij óf een groot wereldlijk óf een groot spiritueel leider zou worden. Zijn vader wilde het eerste en omringde hem met alle aangename dingen die hem op het wereldse zouden moeten richten. Echter, op een aantal tochten buiten het paleis zag prins Siddhartha eerst een zieke, vervolgens een bejaarde en tenslotte een dode. Zaken die tot dan moedwillig ver van hem gehouden werden. Diep geraakt door deze confrontaties ontwaakte in hem de vraag naar de oorzaken van het lijden en of deze oorzaken op te heffen zijn.

Na verloop van tijd besloot prins Siddhartha het paleis te verlaten ten einde zich volledig in de beantwoording van deze vraag te kunnen verdiepen. Eerst volgde hij enige jaren een pad van meditatie en contemplatie en werd meester hierin, maar het uiteindelijke antwoord op zijn vragen vond hij niet. Daarop volgde hij enige jaren een pad van de strengste ascese, maar dit bracht hem evenmin bij het antwoord op zijn vragen. Na verloop van tijd gaf hij ook dit op en in een soort wanhoop of hij ooit de antwoorden op zijn kernvragen zou vinden, maakte hij een zetel van gras onder een boom die hem beschutting gaf aan de oever van een riviertje op een plek waar nu Bhod Gaya ligt. Hij nam zich voor daar het antwoord te vinden of te sterven. Door deze volkomen overgave, bereikte hij op een nacht

- eerst inzicht in al zijn vorige levens,

- vervolgens inzicht in de samenhangen in de werkelijkheid en

- tenslotte inzicht in de vraag hoe lijden opgeheven kan worden.

Hij werd hiermee de (historische) Boeddha, "de Ontwaakte" (ook wel: de ‘Verlichte’).

 

 

Make a Free Website with Yola.