Kernbegrippen  


Bardo            = de tussentoestand tussen de dood en de volgende geboorte
Boeddha       = ontwaakte
Bodhisattva  = verlicht wezen, iemand die streeft om de verlichting van alle wezens te realiseren, oa door het voorbeeld van mededogen
Bhikshu, Bhikshuni  = monnik / non; volldig ingewijde, behorend tot de sangha
Dukkha         = lijden, onbevredigdheid, pijn, frustratie
Kinhin           = loopmeditatie
Nirodha        = het niet meer gevangen zijn
Nirvana         = niet (meer) branden=de staat van verlichting
Samatha       =  kalmtemeditatie
Samsara        = kringloop van geboorte en wedergeboorte
Sangha          = gemeenschap van monniken, nonnen en leken volgelingen
Tanha            = verlangen, hunkering, begeerte
Tipitaka        = de nagelaten geschriften; drie ‘manden’
Vipassana     = inzichtmeditatie
Zen                = meditatie met concentratie op de adem
 

Make a Free Website with Yola.