De Boeddha heeft geen geschriften nagelaten. Alles wat wij van en over hem weten berust op mondelinge overleveringen, die pas eeuwen na zijn dood op schrift zijn gesteld. De Tipitaka, de drie manden of korven, is de naam van de Boeddhistische canon: deze bevat de Predikingen die door de Boeddha zijn gehouden. De Tipitaka bestaat uit de volgende drie delen: Vinaya Pitaka Soetta Pitaka 1. Digha Nikaya - de verzameling lange predikingen Abhidhamma Pitaka Dhammasangani Wibhanga Dhatoekatha Poeggalapannatti Kathawatthoe Yamaka Patthana De tipitaka is voor het eerst opgetekend (op palmbladeren - Aloe) in 101-77 voor de westerse jaartelling. De tipitaka en de commentaren zijn opgetekend in het Pali, de taal waarin de Boeddha sprak, maar ook in het Sanskriet, het Tibetaans en het Chinees. Belangrijke predikingen (soetta's) zijn: die van het `in beweging zetten van het wiel van de waarheid' (de eerste prediking), over de grondslagen van achtzaamheid (Satipatthanasoetta), de prediking over het geleidelijke pad tot verlichting ofwel `de goede tekenen in het leven' (Mangalasoetta), over `liefdevolle vriendelijkheid' (Mettasoetta), over `terugval' (Parabhawasoetta), over `wereldse vooruitgang' (Wyaggapaddjasoetta) en over `juiste omgang' (Sigalowadasoetta). Deze predikingen en andere kunt u in de reeks Boeddhayana Publikaties bestuderen.
|